Een zetelpeiling uitgevoerd voor de Tweede Kamer laat het grote verschil zien als de opkomst groter dan 75% is en de PVV-kiezers wel opkomen.
Lees volledig artikel: Peiling Tweede Kamerzetels: PVV 43, PvdA-GroenLinks 25
Peiling 6-6-2024
Tegelijk met ons onderzoek naar het stemgedrag en het effect van de opkomst bij EP2024 heeft ook een peiling plaatsgevonden wat het stem- en opkomstgedrag was als het Tweede Kamerverkiezingen waren geweest. De uitslag van die peiling verschilt heel weinig van onze peiling van vorige week. Door de uitslag nu in percentage te geven met erachter de uitslag van EP2024 is heel goed te zien hoe groot de impact is geweest van de – gedifferentieerde – opkomst.
In ons artikel over de uitslag van de Europese Parlementsverkiezingen hebben we al laten zien hoe het effect was van het opkomstverschil. Degenen die aangaven PVV te stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen kwamen voor 38% op bij de Europese Parlementsverkiezingen, terwijl 83% van de PvdA/GroenLinks kiezers van de Tweede Kamerpeiling bij EP2024 opkwamen.
Daarom zien we in deze tabel dat de PVV bij de Tweede Kamerverkiezingen bijna 27% scoort en bij de Europese Parlementsverkiezingen 17%. PvdA/GroenLinks haalde bij EP2024 22% maar bij de Tweede Kamerzetelpeiling 16%.
De verschillen bij de twee peilingen van een partij ontstaan dus vrijwel volledig door die opkomstverschillen. Alleen bij NSC is er nog een duidelijk negatief effect van kiezers die wel bij de Tweede Kamerverkiezingen op deze partij stemden, maar voor het Europese Parlement, voor zover ze opkwamen, zich ook nog wat meer over andere partijen verdeelden. Bij Volt is het effect andersom. Die heeft wat meer kiezers van andere partijen kunnen aantrekken. Zie de volgende grafiek t.a.v. de opkomstverschillen.
In een apart artikel zullen we voor een groot aantal kenmerken laten zien hoe de stemkeuze verloopt. Het betreft meer dan 25 kenmerken: demografische, electoraal, mediagebruik, persoonlijke voorkeuren etc.
