In dit blog laten we het failliet van de PCR-test zien. Over de test waarop het volledige covid-19 beleid is gebaseerd, heeft het OMT een rapport geschreven waaruit blijkt dat het percentage positief veel te hoog wordt voorgesteld en er dus weinig kans is dat Nederland als enige Europese land code rood zal verlaten.
Lees volledig artikel: Het failliet van de PCR-test
door Herman Steigstra (Green Team)
We hebben al heel lang onze bedenkingen gehad over het waarheidsgehalte van de PCR-test. Daarover wordt van alle kanten kritisch naar gekeken. Wij opperden al heel lang (onder aanvoering van Maurice) dat als de PCR-test op deze wijze gebruikt zou worden, we zeker als er relatief weinig echt besmettingen zijn, een forse overschatting van de echte aantallen krijgen, waardoor we ook naar het buitenland toe als gevarengebied zouden worden beschouwd. Omdat immers aan het einde van de epidemie het aandeel vals- en onterecht positief de overhand zou gaan krijgen.
Het OMT
Op 18 juni kregen wij vanuit zeer onverwachte hoek bijval: het OMT zelf! Zij publiceerde op deze datum een bijlage bij een brief van minister De Jonge aan de Tweede Kamer waarin het wordt uitgelegd. Dit is het belangrijkste fragment uit deze bijlage:
Van de mensen die positief testten in de GGD teststraten, betrof het in 1 op de 3 gevallen een confirmatietest na een positieve zelftest. Andersom werd bij 66% van de mensen die een confirmatietest aanvroeg bij de GGD de positieve zelftest bevestigd. Het gaat dan veelal om mensen met klachten, en vaak betreft het jongvolwassenen.
Wat betekent het wat hier nu staat? Twee belangrijke conclusies zijn hier te trekken, in het besef dat de brief betrekking heeft op de periode rond 10 juni. Laten we eerst even de grafiek tonen van het aantal positieve PCR testen, samen met het aantal ziekenhuisopnames.
Wat we hier zien is dat het aantal positieve tests sinds april voortdurend hoger komt te liggen in verhouding tot het aantal ziekenhuisopnames. De blauw gestippelde lijn is het aantal positieve PCR-tests na aftrek van 2,5% van het aantal uitgevoerde tests. Op dit moment is het aantal positieve uitslagen dus al het dubbele van wat het zou moeten zijn op geleide van het aantal ziekenhuisopnames.
Maar het OMT geeft dus in haar toelichting van 18 juni deze uitleg, vertaald in begrijpelijke termen:
- Het aandeel positieve uitslagen dat gemeld wordt, bestond rond 10 juni voor 1/3 deel uit positieve zelftesten. Dus als we de PCR uitslagen als maat voor de verspreiding willen gebruiken, dan zullen we die 1/3 er eerst af moeten halen. Het totaal percentage positief was toen 5,5% en dan was dus slechts 3,8% positief als we de PCR test zien als een steekproef uit de bevolking. En dat zit dan weer op de 1-4% vals-positief die wij veronderstellen. We zien ook dat weliswaar het absolute aantal positieve uitslagen voortdurend daalt, maar het percentage pas heel recent onder de 4% is gedaald. Het RIVM heeft geen onderzoek gedaan naar het juiste percentage vals positief op basis van de in Nederland gehanteerde voorschriften en in een recente brief van Minister de Jonge n.a.v. een Wob-verzoek stond ook dat die informatie niet beschikbaar is.
- Van de zelftesten is door de GGD vastgesteld dat rond 10 juni 34% van deze positieve uitslagen vals positief was. Dat percentage zal de komende tijd alleen maar stijgen, als het aantal besmettelijken steeds verder daalt tot vrijwel nul. De vraag wordt dan ook snel urgent: wat betekent een positieve zelftest uitslag dan nog? Snel zal overwegend alleen nog maar vals positief worden gevonden.
De minister
De grote vraag is welke boodschap het OMT met deze toelichting aan de politiek heeft willen overbrengen. Er staat feitelijk dat de “code rood” inmiddels is gebaseerd op overwegend vals-positief, maar de grote vraag is of deze boodschap uit de mond van minister De Jonge nog steeds zo klinkt? Het lijkt ons het meest waarschijnlijk dat code rood nog lang gehandhaafd blijft, bij de gratie van het blijven bestaan van de vals positieve uitslagen.
In een 112 pagina’s tellende brief van De Jonge aan de Tweede Kamer haalt hij wel de bovengenoemde passage aan, maar trekt hieruit andere conclusies:
Zelftesten zal in deze overgangsfase een belangrijk rol spelen om het virus tijdig te signaleren en te zorgen dat Nederland open kan blijven. De lessen van de afgelopen periode laten zien dat betere voorlichting over waarom en wanneer je dat zou moeten noodzakelijk is. Ook blijft van belang dat een positieve uitslag wordt bevestigd bij de GGD.
Er is kennelijk nog geen enkel besef over het begrip vals positief, want het hele woord “vals” komt niet voor in deze 112 pagina’s en dat is vals!
Waakzaam?
Het feit dat we nu op het niveau “waakzaam” zitten, wordt bepaald door het OMT en EMA op basis van onbekende en dus onwetenschappelijke criteria. Vandaag (22 juni) worden kennelijk de signaleringsniveaus opnieuw vastgesteld en we zijn natuurlijk benieuwd wat er nu uit gaat komen. Er is het niveau van <35 positieve testen per week per 100.000 maar ook de criteria op basis van dit plaatje:
Op de website van de Europese unie Re-open EU, staat de kaart van Europa, waarin te zien is dat Nederland het enige land is in Europa dat volledig roodgekleurd is. Door het gekozen testbeleid en het laten instromen van de confirmaties van de zelftesten, zullen we in het gunstigste geval in code oranje kunnen komen, als het aantal positieve uitslagen gedurende 14 dagen onder de 75 komt (totaal aantal over 14 dagen per 100.000 inwoners). De “positivity rate” zit al weken vlak boven de 4%, naar alle waarschijnlijkheid dus vanwege het aandeel vals positief en de zelftesten
Besef ook dat het aantal ziekenhuisopnames inmiddels op vrijwel hetzelfde niveau zit als afgelopen zomer (rond de 10 opnames/dag) en dat destijds het percentage PCR-positief rond de 0,5% zat en nu dus rond de 4%. Dat hebben we uitgelegd in de blog Wat kunnen we leren van de PCR test.
Alle redenen dus om het hele testbeleid af te schaffen.