De gevreesde derde golf lijkt nu vooral gecreëerd te worden, door het opvoeren en uitbreiden van het testbeleid, waardoor er meer druk op de samenleving ontstaat, terwijl de cijfers uitwijzen dat de epidemie al weken aan het afnemen is. Massaal testen heeft erg weinig effect op het terugdringen van de epidemie in ons land maar voor sommige partijen zou dit juist wel eens gunstig kunnen uitpakken.
Een blog van Jillis Kriek
Lees volledig artikel: Testerijen
De effectiviteit van het testbeleid
Een aantal maanden geleden dachten we dat de PCR test van ondergeschikt belang zou raken en dat de aandacht meer naar vaccinatie uit zou gaan. Nu het vaccinatieprogramma in Nederland maar moeizaam op gang schijnt te komen en de IC’s niet zo vol liggen als de doemdenkers van het RIVM hadden voorspeld, lijkt het erop dat het water dan maar op een andere manier in beweging moet worden gebracht.
De gevreesde derde golf lijkt nu vooral gecreëerd te worden, door het opvoeren en uitbreiden van het testbeleid, waardoor er meer druk op de samenleving ontstaat, terwijl de cijfers uitwijzen dat de epidemie al weken aan het afnemen is.
Massaal testen heeft erg weinig effect op het terugdringen van de epidemie in ons land maar voor sommige partijen zou dit juist wel eens gunstig kunnen uitpakken.
De basis van de coronamaatregelen
De PCR test staat aan de basis van de coronamaatregelen. Aan de hand van meer of minder besmettingen wordt beleid gemaakt.
In principe is deze test oorspronkelijk niet bedoeld voor het testen van de bevolking op besmettingen maar om een snelle analyse te maken bij opgenomen patiënten. Door dit voor meerdere virussen te doen kun je een mogelijke oorzaak voor opname vinden.
Sommige laboratoria gebruiken om te bepalen of de PCR-test positief of negatief is een Ct afkapwaarde of andere afkapwaarde voor methoden waarbij geen Ct-waarde wordt gegenereerd. Andere laboratoria gebruiken geen afkapwaarde, maar beoordelen amplificatiecurves.
Al we nu naar de Ct-waarde kijken, zou een lagere afkapwaarde betekenen, dat iemand meer virus bij zich moet dragen om positief te testen. Bij 25 keer vermenigvuldigen en een positieve test, is de kans groot dat iemand besmettelijk is. Bij een reproductie van 30 cycli wordt het volgens onderzoek moeilijk te bepalen.
Boven de 35 cycli kan nog maar van 3% worden gezegd, dat het om besmettelijke mensen gaat.
Dit komt omdat virus tot wel 80 dagen in de bovenste luchtwegen meetbaar kan blijven maar meestal 5 dagen na de symptomen niet meer besmettelijk is.
Het maakt dan ook een groot verschil, of je aan het begin van de epidemie test of op het moment van uitdoven omdat de kans dan veel groter is dat de infectie in het verleden heeft plaatsgevonden.
Het gaat om de besmettelijke personen
Het blijkt dat maar een klein deel van de besmette personen (10%) een groot deel van de besmettingen veroorzaakt. (80%) De zgn superverspreiders. Dit noemen we heterogeniteit en dit principe maakt het per definitie onmogelijk om ieder positief getest persoon als besmettelijk te betichten.
We gaan er ook vanuit dat er 4 keer zoveel mensen met klachten rondlopen, dan zich laten testen.
De grafiek van besmettelijkheid toont aan dat de meest besmettelijke periode vóór de symptomen is. De meeste mensen weten dus niet wanneer ze besmettelijk zijn. Thuisblijven bij klachten heeft vooral nut wanneer je er snel bij bent.
Een hele grote groep van de populatie, tot wel 80%, ondervindt helemaal geen symptomen. De kans dat deze mensen het virus overbrengen, is weliswaar veel lager dan bij mensen met symptomen, maar omdat de groep zo groot is, kan het zijn dat besmettingen onder de radar plaatsvinden.
Testen helpt niet de epidemie te bedwingen
Uit deze opsomming kunnen we concluderen dat mensen die nog een week thuis moeten blijven na de uitslag van een positieve PCR test bijna niet meer besmettelijk zijn en weinig bijdragen aan het terugdringen van de epidemie. Nieuw onderzoek vanuit de Lancet onderschrijft dit statement.
Ziekenhuisopnames zijn een veel betere graadmeter omdat ze iets minder afhankelijk zijn van de hoeveelheid afgenomen testen.
Met dank aan Sanquin
Uit het prevalentieonderzoek kunnen we opmaken dat er de laatste maanden bij 14% van de mensen antistoffen zijn aangetroffen. Sanquin heeft hun onderzoek beter gespecificeerd. Hier zijn we, zeker na een vorig blog, dankbaar voor omdat we nu kunnen opmaken dat meer dan de helft (56%) van de aangemaakte antistoffen op dit moment een recente besmetting is geweest. Dit kun je zien aan het percentage IgM antistoffen en komt neer op 7% van de bevolking
“Sanquin meet ook specifieke IgM antistoffen, die komen bij een infectie als eerste op en verdwijnen snel weer. Daarmee geven ze een goede indicatie van aantallen recente besmettingen. Het aandeel van donors met IgM blijft stabiel sinds december. Dat betekent dat ongeveer evenveel donors recentelijk zijn geïnfecteerd als wat langer geleden. Dit suggereert een relatief stabiele hoeveelheid nieuwe infecties. ”
Deze antistoffen zijn ongeveer na twee weken aantoonbaar, het verval van de IgM antistoffen tot onder de detectiedrempel is ongeveer 55 dagen.
Laten we voor het gemak aannemen dat antistoffen ongeveer zes weken meetbaar zijn en dat de besmetting twee weken daarvoor heeft plaatsgevonden.
Donors mogen pas doneren als zij minimaal twee weken klachtenvrij zijn, dus kunnen deze getallen achter lopen op de actuele infectiecijfers maar aangezien het grootste deel van de besmette personen asymptomatisch is, denken we dat het effect minder groot is als gedacht.
Laat die zomer maar komen!
Een van de dingen die we kunnen aflezen uit de afbeelding is dat we de in de zomermaanden van juni tot en met augustus gemiddeld zo’n 6% antistoffen hebben gemeten. Ongeveer 35% daarvan is een recente besmetting geweest.
Wanneer we de maanden bij elkaar optellen (6%*0,35%*4mnd) kom je op 8,4% van de bevolking. Verrekend met de 6 weken aantoonbaarheid (4weken/6/weken*8,4%) is in die maanden ongeveer 5,5% van de bevolking besmet geraakt.
Als we naar de ziekenhuisopnames kijken zien we in die maanden amper opnames, terwijl het virus wel degelijk aanwezig was.
Dit betekent dat de omgevingsfactoren een hele grote impact hebben op het wel of niet ziek worden en de maatregelen daar in veel mindere mate invloed op hebben. Het handen wassen werkt in de zomer misschien beter dan in de winter?
In de zomer hadden we namelijk de minste maatregelen, toch immuniteit opgebouwd en weinig ziekte. Dit maakt ook duidelijk dat besmetting zeker niet gelijk staat aan ziekte en dat het voordelen heeft om naar de zomer toe, de maatregelen sneller af te bouwen om op die manier sneller immuniteit op te bouwen.
Met dit voorbeeld hopen we voor de zoveelste keer duidelijk te maken dat temperatuur, luchtvochtigheid en ventilatie een hele grote invloed hebben op het wel of niet ziek worden van een virus. De helende werking van de zon draagt hier zeker aan bij.
Meer testen, meer besmettingen
Op dit moment worden we geregeerd door positieve testen. Aangezien we hebben gezien dat er op dit moment 7% een recente besmetting heeft doorgemaakt, betekent dit ook dat er een aanzienlijk percentage, tot wel 6% van de mensen, positief kunnen testen op corona, zonder dat ze zelf door hebben dat ze besmet zijn geraakt. Dit kan aan de hand van de gevoeligheid van de PCR-test misschien om een nog groter percentage gaan.
Dit zien we ook terug in de ziekenhuisopnames van patiënten, die worden opgenomen met corona en niet door corona. Hoe meer er getest wordt, hoe meer mensen er positief zullen testen en dat maakt dit een zeer gemakkelijk te beïnvloeden graadmeter.
De voordelen van meer testen
Dit moet bij de beleidsmakers bekend zijn en wanneer de toegevoegde waarde van meer testen voor de volksgezondheid gering is, creëert dit op papier wel de uitbraak van de derde golf met daarbij weer onnodige druk op de samenleving door de corona maatregelen. Dit is precies het scenario waarin we ons nu bevinden.
Je kunt je afvragen, waarom het testbeleid juist op dit moment verruimd is? Ziekenhuisopnames en sterfgevallen gaan wereldwijd naar beneden.
Het RIVM zou kunnen aangeven dat, ondanks de daling van alle andere cijfers, de derde golf door de Britse variant van start is gegaan. Hiermee kunnen ze camoufleren dat de invloed van de Britse variant veel kleiner is dan ze hadden voorspeld door op papier een nieuwe besmettingsgolf te creëren.
Voor wat de bestuurders betreft, is het bekend dat men tijdens een crisissituatie eerder geneigd is houvast te zoeken bij de gevestigde orde en minder open staat voor andere impulsen. Dit zal meespelen in de uitkomst van de komende verkiezingen.
Het hoofd van de Verenigde Naties verwoordt het op deze manier:
Andersdenkenden en onafhankelijke media wordt het zwijgen opgelegd, waarschuwt de baas van de Verenigde Naties, António Guterres.
Hij wijst op het uithollen van verkiezingen en het onderdrukken van de stem van de oppositie.
Het mag duidelijk zijn dat dit minder ruimte over laat voor de oppositie, om zich goed te profileren en stemmen te winnen voor de komende verkiezingen.
In dit blog hebben we ook aangegeven dat het goed mogelijk is dat de opkomst wel eens veel lager kan uitvallen.
Het is aannemelijk dat dit onder de groep tussen 50 en 70 jaar een grotere daling kan betekenen dan onder de 35 jaar. Dat gaat weer gevolgen hebben voor de uitslag.
Juist zo vlak voor de verkiezingen lijkt het opvoeren van het testbeleid een onverstandige keuze, zeker omdat dit nauwelijks zal bijdragen de epidemie te bedwingen en voor veel druk op de samenleving zorgt.