Pas 10 jaar geleden vernam ik dat mijn overgrootmoeder Branca nog leefde bij het begin van de Tweede Wereldoorlog. Vorige week vond er een bijzondere herdenking plaats op de stoep van haar laatste woning, voordat ze naar Sobibor werd getransporteerd en vergast.
Lees volledig artikel: Mijn overgrootmoeder Branca Nabarro (1873-1943)
Mijn overgrootmoeder Branca Nabarro (1873-1943)
Op de drempel van de Filmacademie
Een maand geleden kreeg ik een mailtje van Aafje Terwey. Zij was net met pensioen gegaan als hoofd bachelor bij de Filmacademie en had een bijzonder afscheidscadeau gekregen. Omdat ze zich zo bezig gehouden had met de geschiedenis van waar het gebouw van de Filmacademie staat (in het hart van de oude Jodenbuurt) kreeg ze een bijzonder afscheidscadeau: Acht Stolpersteinen. Dat zijn stenen die in het trottoir worden geplaatst met de namen van Joden die in de oorlog zijn vermoord, op de plek van hun laatste woonplaats in Nederland.
Het gebouw van de Filmacademie staat op de plek van Markenplein 1 en die acht Stolpersteinen zouden dan ter nagedachtenis van de weggevoerde acht bewoners bij de ingang van de Filmacademie worden geplaatst. Een van die acht was mijn overgrootmoeder die, samen met haar tweede echtgenoot (met wie ze 47 jaar was), eind april 1943 in Sobibor op 70-jarige leeftijd is vergast.
Mijn moeder was het oudste kleinkind van Branca Nabarro. Mijn moeders grootvader was overleden op 22-jarige leeftijd, vlak voordat Branca haar tweede kind kreeg.
Men vroeg mij om bij de plaatsing van die Stolpersteinen iets ter nagedachtenis over mijn overgrootmoeder en haar man Levie Hilversum te vertellen. Vanzelfsprekend heb ik dat gedaan.
Mijn onbekende overgrootmoeder
Mijn moeder is in 2002 overleden. Op haar waren in Auschwitz experimenten uitgevoerd om haar onvruchtbaar te maken. Maar dankzij de hulp van een arts, die ook gevangene was, waren die experimenten niet succesvol en ben ik toch geboren.
Mijn moeder heeft me na de oorlog weinig over haar familieleden verteld. Alleen maar dat ze er erg veel gehad had en vrijwel niemand de oorlog overleefd had.
Dat bij het uitbreken van de oorlog ik nog een overgrootmoeder had (en ook een overgrootvader van 80) heb ik nooit van haar gehoord. Dankzij MyHeritage heb ik jaren na het overlijden van mijn moeder pas een goed beeld kunnen krijgen van de omvang van haar vooroorlogse familie. Omdat er sprake was van zeer kinderrijke gezinnen bijna 100 familieleden in de eerste, tweede en derde lijn. Slechts 4 hadden de oorlog overleefd.
Via MyHeritage heb ik niet alleen de familiesamenstelling kunnen zien, maar waren er ook nog twee fotootjes te vinden van mijn overgrootmoeder en haar tweede man. Ook van mijn grootouders heb ik niet meer dan twee pasfotootjes, die ik in de portemonnee van mijn moeder terugvond na haar overlijden.
Slapeloze nacht
Ik had op MyHeritage de familielijnen wel nagelopen, maar had me daarbij niet geconcentreerd op mijn overgrootmoeder. Als voorbereiding op mijn korte toespraak die ik zou houden heb ik me de dag ervoor in haar familiebanden verdiept. Er was immers niemand meer over die haar had meegemaakt en over haar kon vertellen.
Er overkwam me hetzelfde als wat mij overkwam bij het namenmonument in de Weesperstraat. Daar staat op iedere steen de naam van iemand die in de oorlog is vermoord, met geboorte- en sterftejaar. Alleen al als je staat bij het grote aantal stenen en de namen ziet en de leeftijden die uiteenlopen van 0 tot 100 jaar, dan komt de omvang van wat er gebeurd is meer binnen dan als je alleen maar de cijfers hoort.
Mijn overgrootmoeder had meer dan 10 kinderen gekregen van haar twee echtgenoten. Daarvan waren er al een aantal kort na de geboorte overleden, wat gewoon was bij de straatarme mensen woonachtig rondom het Waterlooplein aan het begin van de vorige eeuw. Daarnaast had ze in 1942 al meer dan 20 kleinkinderen. En nog veel meer (achter-)neven en nichten, want zij zelf had ook meer dan 10 broers en zusters gehad.
Op 27 april 1943 werd ze op transport gesteld van Westerbork naar Auschwitz. Drie dagen later werd ze in Sobibor samen met haar man vergast. Op dat moment was al de helft van haar kinderen en meer dan de helft van haar 20 kleinkinderen vermoord. Vermoedelijk heeft ze dat niet geweten, maar van een van haar kleinkinderen wist ze het wel. Die was in februari 1941 opgepakt en met 399 andere mannen naar Mauthausen gestuurd om in een steengroeve te werken. Binnen enkele maanden waren ze vrijwel allemaal dood en die berichten waren in 1941 al bij de familie terecht gekomen.
Toen dit goed tot me doordrong, kon ik die nacht niet meer slapen.
De steen met haar naam en die van haar man op de drempel van de ingang van de Filmacademie, de plek van haar oude huis, herinnert aan een vol en zwaar leven.
Ik dank de Filmacademie en Aafje Terwey voor de keuze van dit bijzondere cadeau ter gelegenheid van haar pensionering.
En ik ben me er door deze herinnering aan mijn overgrootmoeder nog meer bewust van hoe belangrijk het is om tegen onrechtvaardigheid te strijden, want de inzet kan heel hoog zijn.
U heeft zojuist gelezen: Mijn overgrootmoeder Branca Nabarro (1873-1943).
Volg Maurice de Hond op Twitter | Facebook | LinkedIn | YouTube.