Uit de cijfers blijkt onomstotelijk hoeveel lager de zorgdruk is tijdens de Omikron periode. En dat zeker niet alleen doordat er meer mensen komen die niet DOOR Covid alleen in het ziekenhuis komen. Alle reden om de andere landen te volgen om onmiddellijk alle maatregelen te staken.
Lees volledig artikel: De veel lagere zorgdruk door Omikron
Relatie positieve testen en zorgdruk
Terwijl je in steeds meer landen ziet dat men tot de conclusie is gekomen dat het verstandiger is om de QR-toegangscode te laten vervallen plus alle (of het overgrote deel der) maatregelen, zie je hoe groot de weerstand is om dat te doen in een aantal andere landen. Nederland behoort helaas (nog?) tot die laatste categorie.
Het cruciale verschil daarbij is hoe men de hoge aantallen besmettingen met de Omikron variant beoordeelt.
In Nederland werd door de modelleurs, het OMT en velen in de media, het grote verschil tussen Omikron en Delta m.b.t. de last op de zorg fors onderschat.
Besef dat Van Dissel vanaf medio 2020 met een grafiek werkte waar het aantal ziekenhuisopnames, die volgden op een infectie, op 1,5% werd getaxeerd en het aantal IC-opnames op 0,25%. Nu was daarbij het probleem al dat we niet precies wisten wat het totale aantal geïnfecteerden was.
Na de zomer van 2020 tot en met eind 2021 hebben we vier toppen gehad van ziekenhuisopnames, zoals op het Coronadashboard goed te zien is. Steeds rond de 300 opnames per dag. Dat ging gepaard met een ziekenhuisbezetting van 2000.
In die periode waren de vier pieken van de IC-opnames rond de 50 per dag. De piekbezetting verschilde wel bij deze vier pieken, nl. 600, 700, 800 en 650. De derde piek (in april 2021) was hoger dan de andere drie, omdat de lengte van die golf groter was dan de andere drie.
Van belang is daarbij wat de relatie met deze cijfers is ten opzichte van het aantal positieve testen per piek (resp. 9.500, 11.000, 8.200 en 22.000).
Dan ziet de tabel er als volgt uit.
Tabel 1. Percentage opnames en bezetting tijdens vier pieken gerelateerd aan het aantal positieve testen
Goed valt te zien dat in hoofdlijnen de eerste drie pieken min of meer vergelijkbare percentages laten zien. Met alleen de bezetting op de IC’s half april 21 met een hogere waarde. Bij de piek van november zien we bij het ziekenhuis een daling van een factor 2,5 en bij de IC’s een daling van rond de 3.
Besef wel dat deze percentages de geconstateerde infecties zijn (de zogenaamde Case Hospitalisation Rate). In welke mate de infecties zich verder verspreidden over de bevolking op dat moment is niet meegenomen.
Als je de cijfers bekijkt van de eerste drie pieken en de percentages die Van Dissel gebruikte bij zijn presentaties (1,5% ziekenhuisopnames en 0,25% IC-opnames), dan ging hij er blijkbaar van uit dat er twee keer zoveel infecties waren als positieve testen.
De forse daling van de percentages bij de eind november piek zal zowel beïnvloed zijn door de bescherming van de vaccinaties tegen ernstige ziekte als door het testbeleid. Hoe ruimer dat beleid is, hoe lager dat percentage wordt.
Game-changer Omikron
Maar de cruciale vraag is natuurlijk hoe die relatie zich ontwikkelt tussen positieve testen en ziekenhuisopname en -bezetting op het moment dat Omikron de heersende variant is.
Op het moment dat je ervan uitgaat dat Omikron dezelfde consequenties heeft als Delta, dan zou dus de stijging naar meer dan 90.000 positieve testen per dag (zoals het nu is) tot vier keer hogere cijfers in de ziekenhuizen leiden als het eind november 2021 was. Dus een bezetting van 8.000 in het ziekenhuis en 2.500 op de IC’s. Maar we weten eigenlijk al vanaf half december dat Omikron veel milder is.
We zijn nog niet op de piek van deze golf, maar het is interessant om een vergelijkbare tabel te maken met de ontwikkelingen van dit moment. Daarbij gaan we natuurlijk wel uit van het aantal dagen verschil tussen positief getest en de ziekenhuis- en IC-opnames. Ik ga daarbij uit van de cijfers van de GGD teststraat. Er waren ruim een week geleden ongeveer 80.000 positieve testen per dag.
(Belangrijk om te beseffen is wel dat dit de relatie betreft tussen positief getesten en de opnames in de ziekenhuizen en op de IC’s. Het kan dus zijn dat er nu relatief meer mensen zich laten testen dan twee maanden geleden! Dus die 83% en 92% minder betreft de relatie met de positief getesten met Delta en Omikron, niet de relatie met de geïnfecteerden).
Minder snel
Nu waren we in week 4 nog niet op de piek van Omikron en onder ouderen is de stijging van besmettingen veel minder snel gegaan dan onder jongeren, toch is het heel duidelijk dat de druk op de zorg per positief geteste persoon aanzienlijk lager is bij Omikron. En op de IC’s is dat nog sterker het geval.
Al eerder heb ik de leeftijdsklasse 50-59 jaar als kanaries in de kolenmijn gedefinieerd. Zij laten van alle leeftijdsklassen boven de 50 jaar de snelste stijgingen zien van positieve testen sinds 27 december. Terwijl in week 4 de positief getesten in die groep een factor 4 keer zo hoog waren als half december het geval was, zien we de ziekenhuisopnames met een factor 1,8 keer gedaald. Dat maakt per saldo een factor van ongeveer 7 uit en dat lijkt goed op wat we in deze bovenstaande grafiek zien voor alle leeftijdgroepen.
Ten aanzien van de IC-opnames van deze groep zien we een daling met een factor van 20! Dus ook goed in lijn met deze grafiek.
Met als toegift:
Zien we al dat de opnames in de ziekenhuizen per positief geteste tijdens de Omikron periode aanzienlijk zijn gedaald, er zijn nog twee factoren die voor een extra vermindering zorgen. Dat zijn de daling van de gemiddelde ligtijd en de stijging van het aandeel opgenomen patiënten in de ziekenhuizen die daar niet zijn gekomen, omdat ze Covid hadden.
De afgelopen week zijn die cijfers voor het eerst bijgehouden. (En nog niet alle ziekenhuizen deden mee). Plus dat vanuit het Nijmeegse ziekenhuis CWZ nog gemeld wordt dat er in januari ook nog patiënten kwamen geïnfecteerd met de Deltavariant. De grafiek op basis van de afgelopen week van NICE ziet er als volgt uit:
Van alle patiënten is 57% louter door Covid-19 in het ziekenhuis terecht gekomen, 18% door een combinatie met Covid-19 en 25% door een andere oorzaak.
Dat geeft vanzelfsprekend een andere zorgdruk dan als allen louter door Covid-19 in het ziekenhuis waren gekomen.
Nu weten we deze cijfers niet uit eerdere periodes. In andere landen zien we een verdubbeling van het aandeel dat niet louter door Covid-19 in het ziekenhuis is gekomen. Als dat in Nederland ook het geval was dan zou t.o.v. 5 weken geleden dit ongeveer het verloop kunnen zijn geweest.
Nu zijn dit slechts schattingen, maar het laat in ieder geval wel zien dat de relatieve zorgdruk per opgenomen patiënt afgenomen is. Iets wat trouwens vervolgens ook in de kortere ligduur terug te vinden zal moeten zijn.
Conclusies
De hoge aantallen positieve testen van de laatste tijd zeggen heel weinig over de druk die er in de ziekenhuizen is/komt. Ook de meest optimistische prognoses van het RIVM van twee weken geleden zijn te pessimistisch. De verwachting van Jan Kluytmans dat we wel eens naar een ziekenhuisbezetting van 5.000 zouden kunnen gaan is -sorry om het zo te zeggen- te belachelijk voor woorden.
Als we naar andere landen kijken, dan zien we in diverse van die andere landen al dat na een snelle stijging de aantallen positieven weer snel aan het dalen zijn. Dat punt zal in Nederland zeer snel bereikt worden (maar door vertragingen bij het RIVM zullen die pas enkele dagen later worden onderkend). In België is men inmiddels al ongeveer 20% onder de top van een week geleden.
Dan is er nog wel een naijleffect in de ziekenhuizen, zoals in België de stijging van de opnames deze week nog 5% was, maar dat zal snel ook omslaan naar een daling.
Op basis van die patronen en de vertraging in Nederland zou de ziekenhuisbezetting in Nederland in de komende weken van de bijna 1200 nu nog kunnen stijgen naar een cijfer tussen de 1500 en 2000. Maar dan wel met een fors groter deel “Met Covid”. Nog onder de top van de andere pieken.
IC -bezetting
Maar de IC-bezetting was en is altijd voor de zorgdruk het meest kritische. De capaciteit is gering en niet gemakkelijk uit te breiden. Met een bezetting van 600 mensen op de IC’s is dan de helft van de capaciteit al weg. Dus prognoses van half december van een bezetting van meer dan 4000 en half januari met een prognose van rond de 2000 zorgden voor slapeloze nachten bij de OMT-leden en de regering.
Dat men ook al half december beter had kunnen weten beschreef de Deense modelleur al, die wel doorhad hoeveel minder belastend Omikron voor de zorg zou zijn.
We staan nu bij de IC’s op een bezetting van 220. Zowel in Engeland, Denemarken en België zien we dat de IC-bezetting nu rond de helft ligt van de laatste (Delta-piek). Omdat onze piek rond de 640 lag, is een cijfer van meer dan 320 in Nederland uitermate onwaarschijnlijk. Maar het zou me al zeer verbazen als het cijfer de 300 zou overschrijden.
En dit alles zou maar tot één conclusie dienen te leiden:
Beëindig net zoals landen als Denemarken, Ierland, Litouwen, Zweden, Noorwegen en Zwitserland alle maatregelen direct. Elke basis is er -gelukkig- onder weggevallen.
U heeft zojuist gelezen: De veel lagere zorgdruk door Omikron.
Volg Maurice de Hond op Twitter | YouTube | Facebook | LinkedIn.
Steun onze site in het maken van deze analyses en de onderbouwingen voor een andere aanpak. Klik hier voor (af en toe) een donatie.