Deze periode is de ultieme testcase voor de wetenschap en wetenschappers: spreken zij zich in het openbaar uit hoezeer de wetenschap geweld wordt gedaan, of beperken zij zich tot gemor in achterkamertjes. De toekomst van zowel de wetenschap als de wereld hangt daar van af.
Lees volledig artikel: Wees geen wetenschapper in oorlogstijd!
Bij het Sociaal Geografisch Instituut van de UVA heb ik mijn opleiding gehad. Ik heb daar zelfs 5 jaar mogen werken, waarvan de helft als wetenschappelijk medewerker. Voor zowel de personen (zoals Prof. de Vries Reilingh als Prof. Heinemeijer en vele anderen) als het werk van die collega’s had ik groot respect.
We hadden veel boeiende discussies over de bevindingen van elkaars werk. Juist door de verschillende invalshoeken van collega’s kwam je zelf verder. Het opende je ogen. Soms realiseerde je je dat je een verkeerde afslag was ingegaan. En andere keren brachten ze je op een idee, waarmee je nog verder kwam dan je al was.
In mijn werk sindsdien heb ik veel van wat ik geleerd heb, zowel inhoudelijk als intellectueel, goed kunnen gebruiken. Maar ook was ik in staat om beter kennis te nemen van het wetenschappelijk werk in andere vakgebieden. (Daar dank ik de Universiteit en de medewerkers voor. Maar zeker ook de Nederlandse belastingbetaler, die dat mogelijk maakten als kind van ouders die door de armoede waarin ze opgroeiden, amper de lagere school hebben mogen afmaken.)
Vele tegengestelde stromingen
Veel van waar ik kennis van nam, betrof onderwerpen waar ik weinig tot niets van wist, maar boeiend vond om die bevindingen tot me te nemen. Soms betrof het onderwerpen waar ik wél wat van wist, ervaringsdeskundige over was, of me om de één of andere reden wel in had verdiept. En door internet werd dat sinds 1995 ook steeds makkelijker om dat te doen.
Als ik dan wel eens wat dieper in een onderwerp dook, dan viel me regelmatig op dat wetenschappers tot zeer verschillende conclusies konden komen. Ze leken op zichzelf goed onderbouwd. Niet zelden waren er verschillende stromingen waar wetenschappers diametraal tegenover elkaar stonden. Soms gebeurde dat heel civiel en hielpen ze elkaar als het ware verder. Maar vaak was het met verhitte koppen en werd het meer een machtsspel dan een interessante inhoudelijke discussie.
Als buitenstaander besefte je dat dikwijls niet. En als je over het onderwerp iets hoorde of las, dan was het meer de keuze van dat medium, die bepaalde van welke van die tegengestelde stromingen jij kennis nam.
Beleid
Voor ons dagelijks bestaan wordt dit pas echt van belang als die bevindingen uit de wetenschap gebruikt worden voor het bepalen van beleid. Keuzes die gemaakt worden door bestuurders en/of bepaald zijn door de structuur die daarvoor is ontwikkeld. Onderwerpen waarvan je meestal (veel) te weinig weet om te beoordelen. Of de keuze een juiste is en of de basis van die keuze goed gefundeerd is. Daar moet je dan maar van uitgaan.
Door de media kom je af en toe misstanden tegen, waarbij dat proces niet zo goed is verlopen als je dacht. En dat is wel een (beperkte) vorm van controle tegen te grote misstanden.
In mijn leven heb ik voor deze Corona crisis op vier onderwerpen ervaren dat wetenschappers net mensen zijn. Die een ego hebben, trots kennen en jaloezie, bepaalde persoonlijke opvattingen hebben, eigen doelen, gebruik willen maken van hun macht of juist macht willen verwerven. Of juist afhankelijk zijn van anderen t.a.v. de positie die zij in hun werk innemen. En daarbij wetenschap gebruiken/misbruiken.
Als buitenstaander besef je dat niet en acht je kennis en wetenschap hoog. Maar als je er middenin zit, dan merk je dat kennis en wetenschap ook wel wordt misbruikt voor het eigen doel. (Hoe eerzaam, die ook kan zijn.)
Die vier onderwerpen waar ik die ervaringen in had, zijn:
1 – Vanaf het moment in 1976 dat ik met peilingen begon (In de Rooie Haan) met een vernieuwende manier van corrigeren van de resultaten uit het veldwerk, kreeg ik kritiek vanuit wetenschappers. Dat is door de jaren heen eigenlijk niet veranderd. Er zat regelmatig een vorm van jaloezie bij en men stelde eisen aan mij, die men niet aan zichzelf stelde bij hun eigen werk.
2 – Helaas heb ik een paar keer een heftige episode meegemaakt met ernstige medische ontwikkelingen rondom mijn partner en kinderen. Ook daar merkte ik dat achter een façade van wetenschappelijke zekerheden, heel veel onzekerheden zaten. Een deel van de professionals die ik dan ontmoette, waren er open over. (En met diverse van hen heb ik tot op vandaag nog een heel goede relatie). De anderen deden vooral hun best hun onzekerheden met een soort bluf te verhullen of hun fouten te verdoezelen. Zoals in 2002 bij het AMC toen mijn zoon Marc een dwarslaesie opliep.
3 – Bij de Deventer Moordzaak in 2006-2007 heb ik veel informatie gekregen over het werk dat professionals/wetenschappers van het NFI hadden uitgevoerd. Het was een ongekend foutenfestival dat heeft geleid tot een Zwartboek NFI met 17 (!) verschillende rapporten over gemaakte fouten. Besef dat daar ook een gerenommeerde professor bij betrokken was bij het DNA onderzoek.
Maar bij hem en het NFI ging het er helaas niet vooral om de waarheid boven tafel te krijgen. Maar vooral het Openbaar Ministerie van munitie te voorzien om de veronderstelde verdachte veroordeeld te krijgen. Zeker als hen later is gewezen op de forse fouten die men had gemaakt, weigerde men daar op terug te komen. Van het woord “wetenschappelijk” is daarbij eigenlijk wel een lachertje gemaakt.
4 – In 2013 nam ik het initiatief voor een modernere wijze van onderwijs. Waarbij ingespeeld werd op de wereld waar onze kinderen (zoals mijn dochter die in 2009 geboren was) door de razendsnelle ontwikkelingen van de technologie in waren beland. Daar was heel veel tegenstand tegen. Inmiddels zie ik veel van wat ik toen voorstelde gelukkig op allerlei plekken in het onderwijs terug.
Richtingenstrijd
Bij de discussies die vanaf 2013 daarover gevoerd werden, stelde ik vast dat er onder ook die wetenschappers een grote richtingenstrijd was. Er waren professoren die diametraal tegenover elkaar stonden en beide kampen baseerden zich op wetenschappelijke studies. Maar wat veel bepalender leek was hun eigen overtuigingen t.o.v. opvoeding en onderwijs, dan wat er beschikbaar was aan onderzoeksmateriaal. Ook daar werd wetenschap vooral gebruikt om de eigen voorkeuren te onderbouwen.
Maar deze voorgeschiedenis had me bij lange na niet voorbereid op wat er gebeurd is sinds maart 2020. Het lijkt geen optelling van al deze ervaringen, maar meer een vermenigvuldiging.
De ultieme testcase voor wetenschap en wetenschappers
Want deze crisis legt op een genadeloze wijze bloot datgene wat ik hierboven beschreef bij het gebruik van wetenschap bij het beleid. Onder het mom van een soort neutraliteit (“de wetenschap heeft ons geleerd, dat….”) is het vooral een spel van ego’s, belangen en macht.
Juist omdat het zulke gigantische gevolgen heeft voor onze samenleving in al zijn facetten, speelt het zich dit keer vooral af op het toneel in plaats van in achterkamertjes. Met als extra bijzonderheid dat het niet zich beperkt tot één specifiek vlak van de wetenschap, maar het omhelst veel meer terreinen. Die ook allemaal proberen aandacht te krijgen voor hun eigen terrein en hun eigen belang.
Een wetenschap die…
Dit was het ultieme moment voor de wetenschap om te laten zien hoever we gekomen zijn met elkaar en hoe belangrijk die wetenschap kan zijn voor onze samenleving.
– Een wetenschap die de mensen een groter gevoel van veiligheid had kunnen geven in tijden van angst en onzekerheid.
– Die op inventieve manieren voor oplossingsrichtingen had kunnen zorgen en open geweest was over de mogelijke voor- en nadelen.
– En die met een open mind had gekeken naar belangwekkende bevindingen, ook als die werden aangedragen door mensen buiten de traditionele kaders.
– Die ruimte had gecreëerd voor testen van onorthodoxe hulpmiddelen of oplossingen. Waarbij we met z’n allen partners werden om de uitdagingen waarvoor we staan tegemoet te treden en op te lossen.
Met een prominente rol voor mensen van het type Robbert Dijkgraaf of Marcel Levi die prima in staat zijn om hun kennis te delen, en ook open staan voor de nieuwste bevindingen.
Gezakt!
Maar voor deze ultieme test zijn de wetenschap en de wetenschappers in Nederland helaas gezakt. De virologen/epidemiologen/microbiologen stelden zich vooral dogmatisch op. De lijn WHO moest naar buiten hoog gehouden worden, wat men er intern ook van dacht. Kennis en wetenschap die van buiten kwam, werd genegeerd of degenen die het aandroegen als irrelevant weggezet. Nieuwe kennis uit de eigen wetenschap werd niet meegenomen, zeker niet als het niet in lijn was met eerdere opvattingen. Nieuwe mogelijkheden werden vooral bureaucratisch benaderd.
De ultieme posterboy voor deze lijn was Prof. Jaap van Dissel. Wat hij soms beweerde, was compleet in strijd met simpele logica. Zijn belangrijkste insteek leek te zijn
– of om niet te wijzigen van standpunt
– of bij een wijziging net te doen alsof het geen wijziging was. Terwijl er achter de schermen door leden van het OMT daarover wel gemord werd, kwam daar heel weinig van naar buiten. Deels door die onderlinge solidariteit (die niets met wetenschap te maken heeft), deels door de onwil of gebrek aan kennis bij de media daar doorheen te breken.
Helaas bleek onze regering (en met name Premier Rutte en Minister de Jonge) de keuze gemaakt te hebben Prof. Van Dissel vrijwel blindelings te volgen met alle gevolgen van dien.
Ingespeeld op angsten
Daarbij werd ingespeeld op de angsten bij het overgrote deel van de Nederlanders voor hun eigen gezondheid in relatie tot het virus. Tegenkrachten uit de wetenschappelijke wereld waren er aanvankelijk amper, althans niet zichtbaar voor de buitenwereld. En als die krachten zich wel enigszins bundelden (zoals in de brief van die 40 professoren) werd er amper aandacht aan besteed.
Zelf heb ik mogen ervaren hoezeer bepaalde wetenschappers uit de universitaire wereld de solidariteit met de overheid, RIVM en Van Dissel belangrijker vonden dan wat de kern van wetenschap zou behoren te zijn. Achter de schermen vertelden ze wel dat ze een andere mening hadden, maar daar gingen ze niet mee naar buiten.
Ik hoop dat er ooit een moment komt dat de KNAW echt een groot onderzoek gaat doen. En daarbij de betrokkenen in een spiegel zullen laten kijken en daarbij met grote schaamte wordt vastgesteld dat toen het erop aankwam, velen het hebben laten afweten. Lees hoe het KNAW zichzelf afficheert op haar site.
Kijk in de spiegel
Als u denkt dat ik overdrijf, beveel ik u ten zeerste aan dit interview met Prof. Sunetra Gupta. Zij is een gerenommeerde epidemioloog van infectieziektes en professor in theoretische epidemiologie bij de Universiteit van Oxford. Met twee ander gerenommeerde Amerikaanse wetenschappers van Harvard en Stanford heeft zij begin oktober de zogenaamde Great Barrington Declaration opgesteld.
De kern was dat zij stelden dat lockdowns onevenredige schade zou berokkenen aan de volksgezondheid en de kansarmen onevenredig zouden worden geraakt. Hun voorstel was om degenen met de minste kans op overlijden hun normale leven te laten oppakken om immuniteit tegen het virus op te bouwen door natuurlijke besmetting. Terwijl we de mensen die het meeste risico lopen beter beschermen. We noemen dit ‘gerichte bescherming’. (Focused Protection).
In het interview in de Daily Mail beschrijft ze onthutst wat erna is gebeurd. Welke ervaringen ze had met andere wetenschappers en de media. Het zijn ervaringen, die ik herken en hierboven heb beschreven.
Diep in het drijfzand
Als zulke gerenommeerde wetenschappers op die manier worden behandeld en er zo weinig ruimte is voor echte discussie en het goed afwegen van voor- en nadelen, dan weten we pas goed hoe diep we al in het drijfzand zitten. En dan ook hoe klein de kans is dat we daar nog goed uitkomen.
Ik hoop dat degenen die zich in Nederland als een gerenommeerd wetenschapper beschouwen, eens in de spiegel kijken. En zich dan afvragen of het nu niet het moment is om zich massaal uit te spreken tegen de vorm van verkrachting van de wetenschap die tot nu toe heeft plaatsgevonden.
Want als je dat niet doet, dan kun je later – vrij naar de burgemeesters die zich tijdens de oorlogstijd voegden naar het Duitse gezag – gebrandmerkt worden met de titel “wetenschapper in oorlogstijd”. En dat is niet alleen bepaald geen positieve kwalificatie, maar staat haaks op datgene wat een wetenschapper eigenlijk zou behoren te zijn.
U heeft zojuist gelezen: Wees geen wetenschapper in oorlogstijd!
Volg Maurice de Hond op Twitter | Facebook | LinkedIn | YouTube.