De prognose voor de Provinciale Statenverkiezingen van 2023 laten een forse groei zien van de partijen rechts van de VVD, hetgeen in 2002 met de LPF is begonnen. Daarnaast zien we geografische de polarisatie sterk terug.
Lees volledig artikel: Het electoraat rechts van de VVD sinds 2002
Het electoraat rechts van de VVD sinds 2002
Historisch verloop
Sinds 2002 zien we rechts naast de VVD nieuwe partijen, die het goed doen bij verkiezingen. Als we het op een rij zetten, dan zien we voor wat de percentages betreft opmerkelijke overeenkomsten. In de aanloop naar de verkiezingen van Provinciale Statenverkiezingen van maart 2023, waar er inmiddels 4 partijen zijn rechts van de VVD, die meerdere zetels in de Eerste Kamer lijken te gaan behalen, zullen we met name via kaarten die ontwikkelingen in de tijd laten zien. Deze drie verkiezingen lieten in de afgelopen 20 jaar de hoogste resultaten zien van de partijen rechts van de VVD.
- Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2002 haalde de LPF 17,0%.
- Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 haalde de PVV 15.4%
- Bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 haalde FVD 14,5% (en de PVV haalde toen ook nog 6,9%).
Verwacht kan worden dat bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2023 PVV + BBB +JA21 + FVD + BVNL meer dan 25% zullen halen. Een uitslag boven de 30% is niet uitgesloten.
Op de kaart
Voor de uitslagen van 2002, 2010 en 2019 worden nu de kaarten getoond op basis van de gemeentelijke verdeling van 2023.
Een aantal gebieden zien we terug bij alle drie kaarten: ten zuiden van Rotterdam/West-Brabant, een deel van Noord-Holland boven het Noordzeekanaal, Flevoland, Noordoost Nederland, Zuidwest Gelderland. Bij de PVV zien we daarnaast ook een sterke concentratie in Limburg. Als we een kaart van 2019 maken van FVD + PVV en die leggen we naast die van LPF uit 2002 dan zien we veel overeenkomsten. Alleen hadden die twee partijen in 2019 samen meer dan 21% en LPF in 2002 17%. In 2019 zien we duidelijk hogere scores langs het hele grensgebied vanaf het noordoosten tot het zuidoosten.
Als we de prognoses voor PVV, BBB, JA21, FVD en BVNL voor PS2023 bij elkaar trekken dan lijkt op dit moment een score tussen de 25% en 30% het meest waarschijnlijk. Een duidelijke stijging sinds 2019. Die komt met name omdat het CDA in 2019 nog 11% haalde, terwijl de partij nu blij mag zijn met de helft ervan.
Als we de spreiding over het land bekijken van het totaal van die vijf partijen dan zien we deze kaart:
Er is een evenwichtiger spreiding over het land dan bij de vorige kaarten. Goed is wel te zien is hoe (studenten-) steden als Amsterdam, Utrecht, Leiden, Delft, Nijmegen, Groningen en Wageningen wel ruim onder 20% blijven, terwijl er aan de andere kant gemeenten zijn met scores van meer dan 40% (in Twente, Oostelijke Mijnstreek, Zuidwest Brabant en Edam-Volendam). In de genoemde 7 steden lijkt GroenLinks de grootste partij te worden.
De polarisatie
Toen de LPF 17% haalde in 2002 scoorden CDA en PvdA samen nog 43%. Bij de huidige peilingen is dat nog maar 12%. De VVD haalde toen wel ongeveer de score van dit moment (15%). Inmiddels zijn we 20 jaar later en zien hoe die drie grootste partijen van Nederland meer dan gehalveerd zijn sinds 2002 (van 58% naar 28%). Aan de rechterkant van de VVD is er sprake van een stijging van de 17% van de LPF naar een score van meer dan 25% van de vijf partijen (PVV, BBB, JA21, FVD en BVNL). Maar ook links van de PvdA zien we een forse stijging. Zo scoorden GroenLinks en SP in 2002 13%. En staan die twee partijen plus Partij voor de Dieren en Volt op een prognose van ruim 20%. D66 haalde in 2002 5% en staat nu op 8%.
Om het verloop te laten zien in die ruim 20 jaar volgen nu eerst de kaarten van VVD+CDA+PvdA in 2002 en de prognose voor dit drietal bij PS2023 naar gemeente.
Landelijk raakt CDA+PvdA+VVD ruim de helft van de kiezers kwijt in die 20 jaar. Op de kaart geeft het dit beeld:
In de kleinste gemeente uit 2002 haalden de drie partijen samen (Tholen 44%) een hoger percentage dan in de grootste gemeente uit 2023 (Laren 40%)!
Doordat de drie grootste partijen in die 20 jaar samen zo sterk in aanhang gedaald zijn zien we vanzelfsprekend grote stijgingen bij de overige partijen, waaronder sinds 2002 ook veel nieuwe.
Op de volgende wijze is een goede indruk te geven van de verschuivingen van die partijen en met name hoe dat verliep rechts van de VVD en links van de PvdA:
- We maken in 2002 en voor de prognose van 2023 twee groepen partijen, die niet tot de drie grote traditionele partijen behoren. Partijen aan de rechterkant van het spectrum (LPF, PVV, BBB, JA21, FVD, BVNL) en partijen aan de linkerkant van het spectrum (GroenLinks, D66, SP, PVDD en Volt).
- We bepalen voor de uitslag van TK2002 en de prognose van PS2023 het verschil tussen die groep aan de rechterkant en aan de linkerkant per gemeente. Voor Nederland was dat verschil in 2021 1% (in het voordeel van de linkergroep). Bij de prognose voor PS2023 is dat verschil 5% in het voordeel van de rechtergroep).
Als we naar die ontwikkeling per gemeenten bekijken zien we grote verschillen, die wijzen op een polarisatie, die ook geografisch goed herkenbaar is.
Terwijl dus in het hele land de verschuiving is gegaan van de waarde van -1 naar +5 zien we grote verschillen per gemeente op de kaart (lopend van -16 in Amsterdam en Utrecht naar +35 in Twenterand).
Wat deze kaart zo indringend maakt is het feit dat vroeger de drie grootste partijen samen (CDA, PvdA, VVD) in verschillende combinaties bestuurlijke allianties vormden al dan niet aangevuld met een andere partij. Maar nu deze drie partijen zoveel aanhang zijn kwijtgeraakt aan de andere partijen zien we nu groter groeperingen aan de vleugels, die doorgaans elkaar bestuurlijk uitsluiten. Het maakt de bestuurbaarheid op ieder niveau een stuk problematischer, zoals de nieuwe samenstelling van de Eerste Kamer in mei a.s. ook zal laten zien.
Voor de prognose van dit moment van de samenstelling van de Eerste Kamer, zie dit artikel.
U heeft zojuist gelezen: Het electoraat rechts van de VVD sinds 2002.
Deze site kan draaien dankzij de donaties van de bezoekers aan deze site. Wilt u hieraan ook een (kleine) bijdrage leveren klik dan hier. Hartelijk dank alvast.
Volg Maurice de Hond op Twitter | Facebook | LinkedIn | YouTube.