Levenslessen van wijze grootouders voor onze samenleving van nu, die al meer dan een jaar gedicteerd wordt door angst voor Covid-19.
Lees volledig artikel: Weg met afstand houden, geef elkaar een hand
Maurice de Hond: “Dit onderstaande persoonlijke gastblog raakt mij zeer. De grootouders van de auteur hadden de leeftijd van mijn ouders. Omdat mijn vrouw op 30-jarige leeftijd overleed, vervulde mijn ouders een rol t.o.v. onze kinderen Marc en Michel, die enigszins lijkt op de rol van de grootouders van de auteur.
Mijn ouders hadden dezelfde instelling en dezelfde levensfilosofie als zijn grootouders. Mijn ouders overleden in 2002 kort nadat Marc en Michel volwassen waren geworden. Door dit blog van Eildert Slim besef ik nog meer dat wat ik sinds maart 2020 tijdens deze Coronacrisis doe, bepaald is door de wijze waarop mijn ouders in het leven stonden. Daarom beschouw ik dit blog mede als een eerbetoon aan mijn ouders Salomon de Hond en Marianne de Hond-Brander. “
Een gastblog door Eildert Slim
Door omstandigheden ben ik opgegroeid bij m’n grootouders, beide 80-plussers in de jaren ’90. In hun leven hadden zij dodelijke viruspandemieën meegemaakt, de Bezetting overleefd en de dreiging van een nucleaire holocaust zien komen en gaan. Ze leerden mij drie levenslessen: De dood hoort bij het leven, het leven is om te leven en kinderen zijn de toekomst.
Die lessen staan in schril contrast met het coronabeleid. Inmiddels hebben alle kwetsbare mensen de kans gehad zich te laten vaccineren. Nieuwe varianten zullen komen en gaan, maar beter dan dit wordt het niet. Als we terug willen naar normaal, moeten we zelf de volgende stap zetten.
Dit blog is een ander type dan u van mij gewend bent. Eerdere blogs waren volledig gebaseerd op feiten en cijfers, geschreven in een semiwetenschappelijke stijl. In deze blog daarentegen ga ik een aantal emotionele gebeurtenissen uit mijn leven met u delen, in persoonlijke vorm.
Hoe herinnert u uw grootouders? Misschien leven ze nog en hebt u regelmatig contact met hen. Misschien bent u inmiddels zelf grootouder geworden. Of misschien iets ertussenin.
In mijn leven speelden m’n grootouders een belangrijke rol. Na het overlijden van m’n ouders trok ik als negenjarig jongetje bij hen in. Op dat moment was mijn grootvader 78 en leed aan de ziekte van Parkinson, een neurodegeneratieve ziekte. Mijn grootmoeder was al 80. Toen haar werd gevraagd hoe ze als 80-jarige naast de zorg voor haar zieke man de zorg voor een jong kleinkind op zich kon nemen, was haar antwoord: “Je moet het willen.”
Ze was vastbesloten mijn opvoeding tot volwassene op zich te nemen, maar we hadden nog negen jaar te gaan. Op een dag, bij het oversteken van een drukke straat, greep ik haar arm en waarschuwde: “Pas op oma, als ik jou verlies heb ik helemaal niemand meer.”
Als 80-plussers in de jaren ’90 (de levensverwachting was lager dan nu) lazen ze trouw de regionale krant, inclusief de overlijdensberichten. Ik herinner me goed, hoe ze daar één voor één hun bekenden van vroeger tegenkwamen – vooral tijdens het jaarlijkse griepseizoen. Soms na een langdurig ziekbed, soms onverwacht. Uiteindelijk was hun conclusie:
“na je 70ste kan het snel gaan”
Levenslessen
Het was een uitzonderlijke situatie – opgroeien bij mensen aan het einde van hun leven, voor wie een kind in huis allesbehalve vanzelfsprekend was. Maar het was ook een privilege om van hun levenservaring te leren:
- De dood hoort bij het leven. Mijn grootouders zagen de dood aankomen, ze werden er regelmatig aan herinnerd door de overlijdensberichten. Als 80-plussers in de jaren ’90 konden ze elk moment iets dodelijks krijgen. Bovendien hadden ze de zorg voor een jong kleinkind.
Maar als ze al bang waren, lieten ze dit hun eigen noch mijn leven ooit beïnvloeden. Kinderen en kleinkinderen waren altijd welkom en ontsnapten nooit aan een knuffel, met of zonder snotneus.
Misschien, omdat ze als kind de Spaanse griep hadden meegemaakt, als jong stel de Bezetting en als ouders de Aziatische griep pandemie, waren ze minder bang voor de risico’s in het leven. Wat komt, dat komt.
- Het leven is om te leven. Sommige mensen, zoals mijn ouders, is relatief weinig tijd gegund. Anderen worden bijna 100. Het is niet eerlijk en niemand weet hoelang hij nog heeft, dus geniet ervan zolang het kan. Mijn grootouders’ grootste verdriet was niet hun naderende einde, maar het verlies van de activiteiten die hen plezier of voldoening gaven, door geleidelijke lichamelijke achteruitgang.
- Kinderen zijn de toekomst. Mogelijkheden, die in de meeste gezinnen vanzelfsprekend zijn, waren voor mijn grootouders niet langer haalbaar. Iets simpels als een blokje om wandelen lukte mijn grootvader met zijn ziekte van Parkinson alleen in een rolstoel, mijn grootmoeder had later een scootmobiel. Desondanks spanden zij zich tot het uiterste in om mij in alle opzichten dezelfde kansen te geven als andere kinderen.
Negen jaar later was ik oud genoeg om zelfstandig te wonen. Mijn grootvader stierf een maand daarna, mijn grootmoeder verhuisde naar een serviceflat. Toen haar werd gevraagd of ze niet liever met mij in huis had willen blijven wonen, was haar antwoord:
“Ik ben stokoud, mijn kleinkind is splinterjong. Hij moet verder met zijn leven.”
Het contrast tussen de waarden die mijn grootouders me hebben geleerd en het coronabeleid is als dag en nacht:
- Het gehele beleid wordt gedreven door angst voor de dood, bij jongere leeftijdsgroepen gesubstitueerd door angst voor long-covid of schuldgevoel richting ouderen.
- Activiteiten die plezier of voldoening geven worden zonder pardon opgeofferd aan deze angst.
- Ook de ontwikkeling van kinderen wordt opgeofferd – niet alleen door activiteiten te stoppen, maar bovendien wordt hen angst voor sociaal en fysiek contact aangepraat. Nog afgezien van het slechte voorbeeld van de volwassenen, die hun familie niet durven te knuffelen en andere mensen vermijden.
Historisch perspectief
Mijn grootouders waren 20ste -eeuwers – geboren in de 1910’s, overleden rond de eeuwwisseling. In hun tijd zagen ze de dodelijke Spaanse griep pandemie, een golf van polio uitbraken, de Tweede Wereldoorlog, de Aziatische griep pandemie en de Hong Kong griep pandemie. De Koude Oorlog, met de dreiging van een nucleaire holocaust, kwam en ging.
Wij, als 21ste -eeuwers, hebben Covid-19. Deze pandemie wordt extreem grafisch in beeld gebracht, met IC-beelden van over de hele wereld, dagelijkse cijfer-updates uit alle landen en elk nieuwsmedium heeft ontelbare interviews met “ervaringsdeskundigen” en virologen. Een dergelijke mediadekking heeft geen precedent.
Datzelfde gold voor de in Nederland genomen maatregelen afgelopen winter, deze waren zonder precedent buiten oorlogstijd. Zelfs extremer dan tijdens de vele malen dodelijker Spaanse griep!
Waar zijn we nog mee bezig?
Ouderen lopen verreweg het grootste risico op complicaties bij een covid-19 infectie, 97% van alle positief geteste overledenen was 60+. Van de circa 11 miljoen 50-minners zijn per 22 juni 141 overleden na een positieve test. Inmiddels hebben alle ouderen de kans gehad zich te laten vaccineren. Covid-19 uitroeien is ijdele hoop.
Nieuwe varianten zullen altijd blijven opduiken. Beter dan dit wordt het niet.
Als we ons oude leven terug willen, moeten we het zelf weer oppakken. Als we onze kinderen normaal willen laten opgroeien, moeten we zelf het goede voorbeeld geven. De overheidsmaatregelen kunnen we niet sturen, maar ons eigen gedrag bepalen we zelf. Geef elkaar een hand. In de woorden van mijn grootmoeder:
“Je moet het willen.”
Tot slot toch nog een grafiekje, omdat we het niet kunnen laten. De gemiddelde leeftijd van alle positief geteste overledenen (81,9) overstijgt de gemiddelde leeftijd van alle overledenen in 2019 (79,0). De dood hoort bij het leven – heeft het altijd gedaan, zal het altijd blijven doen. In plaats van angst in te boezemen, is dat een uitnodiging om zoveel mogelijk uit het leven te halen.
Bronvermelding: (2019: CBS) en (Covid-19: weekrapport RIVM van 22-06-21)
Help ons om ook dit soort verhalen te blijven brengen met af en toe een (kleine) financiele donatie. Klik dan hier.
Foto van Ave Calvar via Unsplash