Ineens lijkt alles anders te zijn. Het RIVM past haar voorspellingen fors aan. Versoepelingen van maatregelen aan de horizon. Maar wat weet men nu, dat men niet al lang eerder had kunnen weten? Tijd om definitief afstand te doen van een RIVM-model en wel optimistisch te gaan opereren.
Lees volledig artikel: Een nieuw geluid? Ineens is alles anders?!
Ik kon mijn oren niet geloven. Ineens hoorde ik vanuit Den Haag een nieuw geluid. Woorden die daarvoor nooit werden uitgesproken. Niet alleen waren de RIVM-voorspellingen fors naar beneden bijgesteld, maar ook werd er over versoepelingen gesproken.
Op 21 maart was vanuit het RIVM-scenario nog beschreven dat er eind april een zwart scenario zou komen met rond de 1400 IC-opnames. Kort erna gaf Van Dissel in de Tweede Kamer aan dat er een mogelijke vierde golf met meer dan 3000 ic-opnames in juni zou kunnen komen bij het opheffen van alle maatregelen in mei. En vorige week riep het RIVM nog dat alle seinen op rood stonden.
Maar op 2 april had het RIVM blijkbaar al aan het OMT een ander scenario voorgelegd. Hierbij zou half april het maximum van de derde golf bereikt worden met ongeveer 800 opnames. Iets wat blijkbaar met het AD is gecommuniceerd, want die schreef er de dag erna dit artikel al over.
Dit is de grafiek met het nieuwe scenario met daarboven het scenario dat 11 dagen ervoor nog gold.

Beide grafieken komen uit het RIVM model dat de afgelopen 12 maanden bepalend is geweest voor de maatregelen, die in Nederland zijn genomen. Een model dat o.a. de afgelopen maanden bij herhaling een enorme derde golf aankondigde. Eerst in maart en daarna in april, waardoor de ziekenhuizen nog voller zouden lopen als in maart/april vorig jaar.
Een model dat nog steeds leidend lijkt te zijn voor de aanpak in Nederland.
Maar als zo een model in korte tijd tot heel andere voorspellingen komt? Dan is het belangrijk om te zien wat er nu dan anders is en of we zo een model en die modelleurs nog wel zo een centrale rol bij het beleid in Nederland moeten laten spelen! En dienen we dus goed te bekijken, wat er dan nu anders is dan ruim een week geleden.
Bij de toelichtingen gisteren in de media hoorden we een drietal verklaringen.
- Nederlanders houden zich beter aan de maatregelen.
- Er zouden nu al meer 6 miljoen mensen immuun zijn, doordat ze besmet zijn geweest of zijn gevaccineerd.
- Het seizoenseffect kan wat groter worden dan vooraf gedacht.
Bij ieder van deze drie verklaringen zijn belangrijke opmerkingen te plaatsen. Want voor een deel zijn het gelegenheidsargumenten en voor een deel zijn het argumenten, die men ook al lang had kunnen weten.
1. Men houdt zich beter aan de maatregelen
Als ik de afgelopen zes weken de media volgde, had ik absoluut niet de indruk dat men vond dat de mensen zich beter aan de maatregelen hielden. Het is een argument dat het RIVM keer op keer in verschillende vormen hanteert. Het veronderstelde effect van de maatregelen (zoals 8-14% daling van de besmettingen door de avondklok en het bezoek tot 1 persoon te beperken) gaat altijd op. Als cijfers meer stijgen of dalen dan gepland, dan ligt dat vooral aan de wijze waarop mensen zich aan de maatregelen houden. Want de cijfermatige input in het model was/is altijd juist.
Dus het argument dat we braaf waren geweest, werd voor de zoveelste keer uit de kast gehaald.
2. 6 miljoen mensen zijn al immuun
De schatting hoeveel mensen immuun zijn, lopen sterk uiteen. Die 6 miljoen is van die schattingen één aan de onderkant van het spectrum. Het zouden dan circa 5 miljoen geïnfecteerden zijn en 1 miljoen gevaccineerden.
Maar deze aantallen zaten natuurlijk ook al in januari/februari/maart in het model. Vermoedelijk zelfs met een wat hoger getal, want het vaccineren loopt langzamer dan men vooraf had aangenomen.
Dus dit kan geen argument zijn voor de aanpassing van het scenario. En als dat wel een echt argument is, dan was dat RIVM-model nog slechter dan ik al had gedacht.
3. Seizoenseffect
Tot voor kort werd een seizoenseffect door het RIVM vrijwel genegeerd. Als het werd geopperd, kwam altijd de reactie dat er ook in warme landen uitbraken waren. Maar wat daarbij genegeerd wordt, is dat in tropische landen ook griepuitbraken in het verleden waren. Maar dat het seizoenspatroon daar anders loopt dan in onze regio’s. En daar zijn de uitbraken doorgaans niet in hun winterperiode. Dus er is een andere relatie met het weer dan in onze gebieden.
Als je de uitbraak patronen bekijkt van de landen in West-Europa en in het Noordoosten van de VS dan zie je een min of meer vergelijkbaar patroon: maart-april 2020 de eerste grote golf van Covid-19, de lente/zomer gebeurde er weinig, in het najaar/winter uitbraken, vaak nog met een soort kamelenbult, zoals in Nederland.
Je zag bij voorbeeld ook in Australië een grote uitbraak in Melbourne van juni tot augustus toen het daar dus winter was. (Het ligt op 37 graden zuiderbreedte).
Gisteren ontving ik een belangwekkende studie uit Portugal. Met een overzicht van de griepgolven van 2000 tot en met 2019. Dat zag ik tegelijk met het artikel in het AD over het wonder van Portugal.

Dit is de grafiek van het aantal positieve testen in Portugal.

Griepcijfers
In het overzicht van de griepcijfers per week tussen 2000 en 2019 waren de twee jaren met de meeste griepgevallen. Namelijk 2004/2005 en 2014/2015. Vanuit de cijfers van de gezondheidszorg (zoals dat in Nederland ook gebeurt via de huisartsen) is per week bepaald hoeveel van de bevolking op dat moment griep had. Uitgedrukt in het aantal griepgevallen per 100.000 inwoners.
En dan valt iets heel bijzonders op, zoals de onderstaande grafiek laat zien. Het patroon over de tijd lijkt sterk op de grafiek van Covid-19 in 2021.

We zien een zeer snelle stijging eind december/begin januari en vervolgens vanaf eind januari/begin februari een snelle daling. Een patroon dat sterk lijkt op dat van Covid-19 in 2021 in Portugal.
Ook andere griepseizoenen in Portugal laten vergelijkbare patronen zien. Soms met een eerdere start en vaak met een lagere top, maar altijd met een zeer sterke daling in februari/maart.
Nu is het wel zo dat de vergelijkingen niet helemaal één-op-één opgaan (hoe groot was de immuniteit al vooraf, wat was de invloed van vaccinatie, en hoe zijn de cijfers precies bepaald?), maar één conclusie is er zeker te trekken in relatie met de patronen uit 2020 in onze contreien: net zoals bij influenza is er ook bij Covid-19 sprake van een sterk seizoenseffect.
Dit is een grafiek van de Nederlandse griepgolven tussen 2010 en 2019. In het rood die van de zwaarste golf van 2017/2018.

Als je dat patroon vergelijkt met dat van Portugal, dan lijkt de steile daling bij influenza in Nederland te ontstaan 6 tot 8 weken na die van Portugal. Ergens tussen half maart en half april dus.
Wat betekent dit?
Als je naar de scenario’s op basis van het model van het RIVM kijkt, dan zijn ze steeds (veel) te zwartgallig geweest, omdat relevante componenten daar niet of slechts in geringe mate in opgenomen waren. Plus dat het effect van maatregelen vaak zwaar overschat werden. Dat zou beleidsmakers in Nederland veel terughoudender moeten maken t.a.v. hun beleidskeuzes op basis van de input van het RIVM en OMT. Juist omdat alle nevenschade door maatregelen bij die afwegingen niet of amper mee in beschouwing worden genomen.
Juist nu het besef doorbreekt dat niet alle seinen op rood staan, zoals het RIVM vorige week nog meldde, zou men zich nu aan de knellende greep van het RIVM en OMT moeten onttrekken. En ook naar voorbeelden uit andere landen moeten kijken, die gebruikmakend van de grotere immuniteit en de seizoenseffecten, alles (zoals Texas!) of veel meer loslaten dan in Nederland. Elke week dat een maatregel te lang wordt doorgezet, wordt de nevenschade groter.
Het zal zeker zo geweest zijn dat de dalingen in onze regio’s, die we vanaf januari zagen, doorkruist zijn door de opkomst van de Britse variant. Die naar onze schatting 24% besmettelijker is dan de varianten, die we in het najaar van 2020 hadden. En die ook tot wat meer ziekenhuisopnames lijkt te leiden.
Maar de grote impact van de lente (en de toenemende immuniteit, mede door vaccineren) gaat ons helpen, waarbij de cijfers op een gegeven moment snel zullen dalen. Door het paasweekend (en de korte paasvakantie van de basisscholen) kan de omvang en de snelheid van de daling op dit moment nog niet goed worden vastgesteld. Maar ook als we naar de instroom kijken van de ziekenhuizen zien we dat de groeicurve op het zevendaagse gemiddelde afneemt. Dit is onze totaalgrafiek op basis van alle beschikbare cijfers van gisteren.

Ik hoop dat het nieuws dat we gehoord hebben over die kanteling en versoepelingen niet alleen waar zijn, maar dat we daardoor vervolgens een grote omslag maken bij onze bestuurders en bij de media, om vanuit een wereld waar het pessimisme zwaar overheerste, we naar een wereld gaan waar het optimisme zwaar overheerst.
U heeft zojuist gelezen: Een nieuw geluid? Ineens is alles anders?!
Volg Maurice de Hond op Twitter en YouTube.
Net zoals in de afgelopen 12 maanden, willen wij tot aan het eind van deze Coronacrisis u blijven voorzien van relevante en objectieve informatie. Steun ons via een (kleine) donatie.