Rutte neemt aan dat de vele besmettingen rond de wedstrijd Valencia - Atalanta in het stadion hebben plaatsgevonden. Een snelle rekensom leert echter dat deze stellige aanname ongefundeerd is. Een illustratie van de erbarmelijke kwaliteit van de informatie waarop hele belangrijke beslissingen worden genomen.
Lees volledig artikel: De stuitende stelligheid van Rutte en/of het OMT
De stuitende stelligheid van Rutte en/of het OMT
Op 9 april schreef ik een uitgebreid artikel over de superspreading events en met name over de wedstrijd Atalanta Bergamo-Valencia. Premier Rutte gebruikt deze wedstrijd als argument dat we ook buiten niet zonder de 1,5 meter kunnen. Plus dat we tijdens voetbalwedstrijden alleen maar fluisterend mogen juichen.
De wedstrijd vond inderdaad plaats in Milaan op 19 februari jl. Dat betekende o.a. dat circa 40.000 supporters van Bergamo naar Milaan zijn gereisd voor de wedstrijd (bijna 50 km afstand).
Er zijn zeker grote aantallen mensen besmet in relatie tot de wedstrijd.
Maar de vraag is of dat tijdens de wedstrijd in het stadion is gebeurd of bij allerlei activiteiten in relatie tot de wedstrijd. (De reis tussen Bergamo en Milaan v.v., het eten in restaurants, en het kijken naar de wedstrijd van de thuisblijvers in de regio Bergamo in cafe’s e.d.)
Stuitend
De stelligheid van Rutte dat het in het stadion is gebeurd is vind ik stuitend. En het is veelbetekenend voor de kwaliteit van de informatie voor belangrijke besluitvorming.
Laten we eerst kijken naar de geweldige database van Koen Swinkels over superspreading events. Er zitten er meer dan 1100 in. Bijna 500 waarbij meer dan 100 mensen zijn besmet. Van die gedocumenteerde events is van ruim 2% onduidelijk of die besmetting buiten of binnen hebben plaatsgevonden. De overige ruim 97% vonden zeker binnen plaats.
Dus als je dit weet, dan lijkt de kans veel groter dat de besmetting niet in het stadion heeft plaatsgevonden, maar op locaties binnen, in relatie tot het bezoeken van of het kijken naar de wedstrijd.
Maar we kunnen ook via een getallenvoorbeeld dit meer proberen te onderbouwen: Ik kom daarbij niet onder een aantal aannames uit, maar het geeft wel een goede indruk.
Hier staan specifieke cijfers over de provincies binnen de regio Lombardije, waarvan er drie rond Bergamo liggen.
Chinees Nieuwjaar
De eerste uitbraken waren in de provincie Lodi (met ruim 200.000 inwoners) en de provincie Bergamo (met ongeveer 1 miljoen inwoners). Kort erna volgde de provincie Brescia met 1,2 miljoen personen. Deze drie provincies herbergen 25% van de bewoners van Lombardije en meer dan de helft van de besmette personen van Lombardije.
Die eerste gevallen van COVID-19 werden rond 15 februari herkend. De kleding- en schoenenindustrie in Italië is voor een belangrijk deel in Chinese handen gekomen, dus het zou zomaar kunnen zijn dat die besmettingen zijn ontstaan na Chinees Nieuwjaar op 25 januari. In de eerste helft van februari zijn er ongetwijfeld mensen uit China weer teruggekomen, waarvan enkelen het virus bij zich hadden.
Toen de voetbalwedstrijd in Milaan plaatsvond op 19 februari waren er dus al mensen in het gebied rond Bergamo besmet. Ik probeer het echte aantal besmettingen in te schatten op basis van het aantal overleden personen. Uitgaande dat ze gemiddeld 18 dagen na de besmetting overlijden. Daarbij vermenigvuldig ik het aantal doden met 200 om het totaal aantal besmette personen te schatten. (Dit is gebaseerd op uitgebreid onderzoek van prof. Streeck in Kreis Heinsburg.)
Na de wedstrijd
Op basis van die omrekening moeten er op 19 februari dus al ongeveer 3000 personen in de regio van Bergamo besmet zijn geweest. Dat zijn er 1500 per 1 miljoen inwoners.
Als we nu de doden in dat gebied tellen vanaf 2 tot en met 4 weken na de wedstrijd, dan moeten er een week na de wedstrijd rond de 60.000 besmette personen in die regio zijn geweest. Laten we even aannemen dat daar van 30.000 op de dag van de wedstrijd besmet zijn geraakt.
Zonder dit superspreading event zou het aantal besmette personen in één week tijd van 3.000 naar rond de 10.000 zijn gestegen. Maar het werden er dus 20.000 meer. Laten we aannemen dat 10.000 op de dag van de wedstrijd zijn besmet.
Laten we aannemen dat naast de 40.000 personen in het stadion nog eens 200.000 mensen in de regio in gezelschappen naar de wedstrijd hebben gekeken of ( in de horeca of elders). Dan waren daarvan – op basis van die 1500 per 1 miljoen- in het stadion dus ongeveer 60 besmet. En bij de andere kijkers 300. Die hebben dus samen op de middag en avond van de wedstrijd 10.000 andere mensen besmet.
Als het alleen in het stadion is gebeurd hebben 60 personen 10.000 aanwezigen besmet, gemiddeld per persoon ruim 150.
Aannames
Als het gebeurd is rondom de wedstrijd in Milaan (inclusief tijdens het vervoer) plus in de omgeving van Bergamo zelf, dan hebben 360 personen 10.000 andere personen besmet en dan is het gemiddelde aantal bijna 30 personen.
Dit is een berekening met behoorlijk wat aannames. Dus de echte aantallen zullen wel anders zijn. Maar een ding zal hetzelfde blijven, welke cijfermatige aanname je ook doet. Het aantal mensen dat per besmet persoon anderen besmet zal bij de veronderstelling “in het stadion” vele malen meer zijn dan bij de veronderstelling “in binnenruimtes”.
Er is natuurlijk geen 100% zekerheid waar de besmettingen werkelijk hebben plaatsgevonden. Maar gezien het feit dat er geen gedocumenteerde superspreading events zijn geweest die buiten hebben plaatsgevonden (bij ruim 2% is het onzeker of het binnen of buiten is geweest), en het feit dat als het in het stadion gebeurd zou zijn het aantal nieuwe besmettingen per besmet persoon vele malen hoger moet hebben geleden dan als het in binnenruimttes heeft plaatsgevonden, is de kans vele malen groter dat het niet in het stadion is gebeurd.
De stellige uitspraak van premier Rutte is ongefundeerd.
Het erge daarbij is dat hij dit niet zelf heeft verzonnen, maar dat dit een conclunsie is van het OMT. In het addendeum van 25 mei, waarbij het OMT uitlegt dat je wel buiten besmet kan worden staat er als één van de argumenten letterlijk in:
“Of uit de vele besmettingen, die plaatsvonden in een voetbalstadion in Bergamo, Noord-Italië.”
Kortom: het OMT is ook stellig in dat de besmetting in het stadion heeft plaatsgevonden…..
Dat is de kwaliteit van de informatievoorzieing van het OMT en de kwaliteit van de informatie waarop hele belangrijke beslissingen worden genomen met grote consequenties voor Nederland en de Nederlanders.
En weet u wat het trieste is? De 1,5 meter afstand om je te beschermen tegen besmetting met COVID-19 heeft net zo’n wankele basis als wat je hierboven leest over de besmettingen die in het stadion hebben plaatsgevonden. Het zijn dan doel- of cirkelredeneringen van de categorie die premier Rutte vorige week maakte: “1,5 meter afstand werkt, want anders hadden we nu niet zo weinig besmette personen gehad”. Daarbij gaat hij voorbij aan het feit dat die daling ook kan zijn opgetreden door het verbieden van bijeenkomsten.
Juist omdat bij alles wat we nu nog verder gaan doen we de 1,5 meter afstand moeten bewaren, zou je toch willen dat men komt met de harde onderbouwing daarvan. Het enige dat ik tot nu toe heb gezien is een vaststelling (door Wells) dat een druppel van niezen of hoesten maximaal op 1 meter afstand van de persoon op de grond terechtkomt. Maar de vragen “in hoeveel gevallen komt die druppel binnen bij een ander persoon?” en “hoeveel kans is er dan dat de ontvanger daardoor besmet wordt?’ heb ik nog niet beantwoord gezien. Want besef wel, het is echt niet zo dat als jouw lichaam in contact komt met het virus, jij automatisch geïnfecteerd raakt. O.a. Wells laat in 1955 zien dat er dan nog echt wel wat meer moet gebeuren.
U heeft zojuist gelezen: De stuitende stelligheid van Rutte en/of het OMT.
Volg Maurice de Hond op Twitter | Facebook | LinkedIn | YouTube.