Het virus verspreidt zich op 2 manieren: via direct contact (druppels) en indirect (aerosolen). Als we dit eenmaal aannemen, wordt de rol van het weer ineens duidelijk: micro-druppels zijn beduidend minder lang airborne als de specifieke luchtvochtigheid hoog is. Dit artikel bespreekt deze bevindingen en de implicaties voor de opzet van de exit-strategie.
Lees volledig artikel: Aanzet tot een intelligente exit-strategie
Inmiddels ben ik aan de slag gegaan met medewerkers van het RIVM, om via data-analyses op regionale patronen te bezien wat de invloed van het weer zou kunnen zijn op de verspreiding van het virus.
Bij het bekijken van de inmiddels beschikbare data met regionale verschillen in drie landen komt die relatie in bepaalde mate naar voren en de uitkomsten lijken ook op mondiaal niveau consistent. Het aantal doden in Nederland op dit moment is groter dan het totaal aantal in Zuid-Amerika en Afrika samen. En inderdaad speelt daar de specifieke luchtvochtigheid de belangrijkste rol. Maar het is niet zo (en dat heb ik ook nooit beweerd) dat als die luchtvochtigheid maar hoog genoeg is, dat dan de verspreiding van het virus compleet stopt.
Complete beeld
Maar de afgelopen week heb ik wel het complete beeld gekregen van wat de rol is van het weer / luchtvochtigheid, bovenop de andere elementen die zorgen voor de verspreiding van het virus.
Als dat snel ook met (tamelijk eenvoudig) wetenschappelijk onderzoek onderbouwd wordt, dan geeft dat richting aan de zo gewenste exit strategie in Nederland en in alle andere landen, die zich nu afvragen hoe het verder moet.
In China is vastgesteld dat het virus, toen er nog geen maatregelen genomen waren, in Wuhan een R0 (reproductiefactor) had van rond de 2,5. Dat is een hele hoge factor, want influenza is beduidend lager. 2,5 betekent dat iedere besmette persoon op zijn beurt 2,5 nieuwe personen besmet. (Als de factor onder de 1 daalt, dan eindigt de epidemie geleidelijk.) Alle maatregelen die China en elders genomen zijn, hebben als doel om die reproductiefactor van 2,5 terug te brengen.
Er zijn twee hoofdmanieren van verspreiden van het virus!
Het “Eureka-moment” kwam deze week, door het verhaal in de LA Times van een kerkkoor bij Seattle. Op 10 maart hadden ze met 60 man een repetitie in een kerkgebouw. Ze namen alle voorzorgen (1,5 meter afstand, elkaar niet aanraken, goede hygiënische maatregelen). Niemand had op dat moment symptomen. Toch waren 20 dagen later 45 van de 60 besmet.
Donderdag kwam vervolgens in het nieuws dat onderzoekers van het MIT geconstateerd hadden dat de zogenaamde micro-druppels (aerosols) die mensen uitstoten bij praten, hoesten en zingen, lang in de lucht kunnen blijven. Daardoor kunnen mensen ook op grotere afstand besmet raken. En deze video van een gerenommeerde Japanse onderzoeker laat zien, hoe dat er binnenshuis uitziet. En welke gunstige invloed bijvoorbeeld een goede ventilatie heeft op de tijd dat de aerosols blijven zweven.
Tot voor kort ontkenden WHO en RIVM dat deze manier van verspreiden echt van belang was bij de snelle verspreiding van COVID-19. Maar sinds eind vorige week is daar bij de WHO een verandering in gekomen, zoals bleek bij de uitzending van Nieuwsuur van afgelopen vrijdag.
Wat heeft dit alles nu te maken met de vaststelling dat het weer een invloed heeft op de verspreiding van het virus?
Dat komt omdat het nu duidelijk aan het worden is dat er dus twee hoofdmanieren zijn om anderen te besmetten:
- Mensen zijn dichtbij een besmet persoon geweest, waardoor het virus als het ware kon overspringen. Laten we dit “via direct contact” noemen.
- De micro-druppels, die gedurende langere tijd in de lucht blijven zweven en mensen, ook op een grotere afstand dan 1,5 meter, hebben besmet. Laten we dit “besmetting op afstand” noemen.
Via de tweede manier kan het virus op veel meer mensen worden overgedragen dan via de eerste manier! Denk o.a. aan de repetitie van dat koor bij Seattle. En juist die tweede manier lijkt verantwoordelijk te zijn voor (de start van?) grotere uitbraken. Het hart van de Nederlandse grote uitbraak, waren bijvoorbeeld plekken waar carnaval werd gevierd of waar veel kerkbezoek is. Eerst in Oost-Brabant en de kop van Noord-Limburg en daarna in de Bible-belt.
En daar zien we het belang van de verklaring van de relatie tussen de specifieke luchtvochtigheid en de snelheid van verspreiding van het virus Namelijk micro-druppels zijn beduidend minder lang airborne als de specifieke luchtvochtigheid hoog is. Dat laat dit Amerikaanse onderzoek uit 2013 ook zien.
En daarmee hebben we de verklaring waarom de grote uitbarstingen van COVID-19 in de wereld, op locaties hebben plaatsgevonden waar de specifieke luchtvochtigheid onder de 6 g/kg was. Terwijl de verspreiding van COVID-19 overal ter wereld via direct contact kan plaatsvinden, wordt de besmetting op afstand via micro-druppels, sterk beperkt als de luchtvochtigheid hoog is. En juist die tweede besmettingsvorm zorgt voor die grote versnelling van de verspreiding.

Daarom…
Daarom hebben we in Nederland meer doden dan in Afrika en Zuid-Amerika bij elkaar. En daarom heeft de uitbraak in Noord-Italië zulke vormen aangenomen. En zijn er in Lombardije 20 keer zoveel doden als in Rome en Napels. En daarom zien we in New York 20 keer zoveel doden als in San Francisco.
Er is nog een sterke aanwijzing van het grote effect van de verspreiding via micro-druppels. In landen waar mensen gewend zijn om bij de uitbraak van virussen mondkapjes te gaan dragen, is de verspreiding van het virus beduidend minder groot geweest. Neem Japan waar het aantal doden per persoon, 100 keer zo klein is dan in Nederland.
Waarbij -en dat is heel belangrijk- de mondkapjes er niet primair voor zorgen dat de drager niet besmet wordt, maar dat een mogelijk besmet persoon, het virus niet zelf overdraagt! In Japan waren de weersomstandigheden niet gunstiger dan in Italië, Madrid of Brabant. Maar die mondkapjes hebben er blijkbaar voor gezorgd dat die besmetting via micro-druppels niet of amper plaats vindt.
Wat betekent dit voor de opzet van de exit-strategie?
Deze realisatie van de twee hoofdmanieren van verspreiden van het virus, geeft direct richting aan hoe een intelligente exit-strategie gevolgd kan worden. Een verschillende benadering voor het effectief reduceren van de reproductiefactor van ieder van die overdrachtsmanieren:
Voor de eerste hoofdmanier van verspreiding zorgen 1,5 meter afstand, social distancing en heel goede hygiëne ervoor dat de verspreiding via direct contact wordt afgeremd en het effectieve reproductiegetal omlaag gaat. Die maatregelen zullen in acht genomen moeten worden totdat het virus echt verdwenen is.
Weersomstandigheden
Maar voor de tweede hoofdmanier zijn andere maatregelen nodig. Die spelen in op de wijze waarop het weer de effectieve reproductiefactor van het verspreiden via de micro-druppels (aerosols) onderdrukt:
- Als de weersomstandigheden ervoor zorgen dat de kans op verspreiding groot is, dan mogen mensen alleen naar buiten met een mondkapjes op. (Dat gebeurt al in een aantal landen, maar dan niet met de professionele mondkapjes, die in de zorg zo hard nodig zijn, maar met simpeler versies). En ouderen wordt aangeraden om binnen te blijven.
- Als de weersomstandigheden ervoor zorgen dat de kans op verspreiding klein is, dan kunnen we wel weer, met inachtneming van de beperkingen genoemd t.a.v. het voorkomen van de verspreiding via “direct contact”, de normale sociale en economische activiteiten gaan verrichten. Daarmee kunnen we verdere schade aan maatschappij, economie en ook de volksgezondheid aanmerkelijk beperken.
De hoeveelheid water in de buitenlucht heeft ook veel invloed op de hoeveelheid water in de lucht in huis. Als die luchtvochtigheid op voldoende niveau gehouden wordt en afgesloten ruimtes goed geventileerd worden, dan zou je ook ouderen moeten kunnen bezoeken. Mits je maar op de veilige afstand van 1,5 meter blijft.
Restaurants zouden ook dan weer open kunnen zijn. Als de luchtvochtigheid voldoende is en men bepaalde maxima stelt aan het aantal mensen aan een tafel.
Ook scholen zouden dan weer kunnen openen. Het liefst met extra voorzieningen t.a.v. de luchtvochtigheid op dagen dat het buitenweer ongunstig is. (Die dagen zullen minder voorkomen, tijdens komende maanden)
Dat is een intelligente exit-strategie en geeft ons ook de tijd om te bezien wat het najaar ons gaat brengen.
Rood, oranje, groen
We kunnen dan op basis van de weersverwachting aangeven of het “rood”, “oranje” of “groen” weer is. En dan de bevolking aangeven welke maatregelen dan van kracht zijn. De afgelopen week heeft geleerd dat we als samenleving volwassen genoeg zijn om, als ons duidelijk gemaakt wordt waarom dat zo is, aanwijzingen/voorschriften te volgen om niet besmet te worden en andere mensen niet te besmetten.
Het is niet al te ingewikkeld om daarvoor een soort “buienradar” te ontwikkelen, zoals voor hooikoorts. Via deze calculator kan op basis van temperatuur en relatieve luchtvochtigheid berekend worden wat de specifieke luchtvochtigheid is.
Ik bepleit nogmaals ten sterkste om via (eenvoudige) wetenschappelijke experimenten de exacte wisselwerking tussen die micro-druppels en de luchtvochtigheid aan te tonen. Dit om een optimale aanpak te ontwikkelen voor het minimaliseren van de besmettingskans van burgers binnenshuis en buiten en economische en maatschappelijke schade verder te voorkomen.
U heeft zojuist gelezen: Aanzet tot een intelligente exit-strategie.
Volg Maurice de Hond op Twitter | YouTube | Facebook | LinkedIn.