Wilt u ons werk financieel ondersteunen? Word dan lid

De laatste updates in uw mail!

U hoeft niets te missen. leder weekend krijgt u de hoogtepunten van Maurice van afgelopen week in uw mail. Met opmerkelijke artikelen, meer achtergrond en toelichtingen.

Haagse besluitvaardigheid

Samenvatting van het artikel

Haagse besluitvaardigheid Zelfs van een simpel probleem kan men in Den Haag een ingewikkelde zaak van maken.  Je kon er je klok op gelijk zetten dat de wijze waarop men in Den Haag de besluitvorming over de 26e Nederlandse zetel regelde, of althans niet regelde, uiteindelijk tot een complexe situatie zou leiden, waarbij elke beslissing […]

Lees volledig artikel: Haagse besluitvaardigheid

Leestijd: 3 minuten

Haagse besluitvaardigheid

Zelfs van een simpel probleem kan men in Den Haag een ingewikkelde zaak van maken.  Je kon er je klok op gelijk zetten dat de wijze waarop men in Den Haag de besluitvorming over de 26e Nederlandse zetel regelde, of althans niet regelde, uiteindelijk tot een complexe situatie zou leiden, waarbij elke beslissing de verkeerde is.

De restzetelberekening is altijd al een onderwerp geweest waar enige controverse over heerst. Stel dat er 100 zetels te verdelen zijn dan geeft iedere 1% recht op 1 zetel. Maar omdat de uitslag niet op afgeronde percentages uitkomt, maar op fracties, zoals 13,7% en 15,4% blijven er zetels over als de zetels op hele percentages worden toegewezen. In principe zijn er een aantal manieren waarop je het zou kunnen toewijzen. Al bijna 100 jaar wordt de methode van de Grootste Gemene Deler gebruikt (ontwikkeld door een rekenkundige D’Hont).  Het aantal stemmen wordt dan gedeeld door het aantal zetels plus een, en de restzetel gaat naar de hoogste waarde. Stel een partij heeft 10,5% gehaald dan krijgt men in ieder geval 10 zetels in mijn voorbeeld. De berekende fractie voor de restzetel is dan 10,5 / (10+1) = 0,95. Een partij die bij voorbeeld 3,7% heeft gehaald krijgt dan de berekening 3,7 /(3+1) = 0,925.  Dus met 10,5 krijg je dan de restzetel en met 3,7 niet.  Een systeem dat gunstig werkt voor de grote partijen.

Daarnaast is er in Nederland de regel dat je minstens de kiesdeler moet hebben behaald voor je eerste zetel. Dus in dit voorbeeld krijg je met 0,99% geen zetel, pas bij 1%. 

Ten aanzien van de Europese Parlementsverkiezing ging dit systeem op voor de 25 te verdelen zetels. 4% is dus een zetel. Dit is de definitieve uitslag. Bij de berekeningen zijn de restzetels terecht gekomen bij SP, VVD, D66, ChristenUnie/SGP en Groen Links (die partij nog dankzij een lijstverbinding met de PvdA, want met 8,8% zou men geen recht hebben gehad op die 3e zetel).  De Partij voor de Dieren haalde net niet de 4%  (3,5%)en kreeg dus geen zetel. En de PVV kwam stemmen tekort voor haar restzetel, die dan van een van de andere partijen was afgegaan.  

Tot zover geen problemen. Maar, zoals ik al eerder had vermeld op dit weblog, is de kans aanwezig dat over een half jaar een 26e zetel aan Nederland toevalt. Dat gebeurt als het verdag van Lisabon wordt geratificeerd. En dat lijkt te gebeuren als Ierland in het najaar bij haar tweede referendum wel “ja” stemt.

En wat is nu het probleem? Dat in Nederland voorafgaande aan de verkiezingen niet de regels zijn vastgesteld op basis waarvan deze 26e zetel verdeeld gaat worden. Die discussie zou dan in Den Haag voorafgaande aan de verkiezingen gevoerd moeten worden met als grote voordeel dat je dan over principes praat, omdat je de uitslag dan nog niet weet.  Dat is dus nagelaten en nu zit men met de gebakken peren. Want er zijn twee methodes die men kan toepassen en met de ene manier krijgt de PVV haar 5e zetel en op de andere manier komt de Partij voor de Dieren alsnog in het Europees Parlement.

Welke beslissing er nu ook genomen wordt het gaat nu niet meer om een principe (zoals men graag zal willen voordoen), maar het gaat nu erom “geven we vanuit Den Haag deze zetel aan de PVV of aan de Partij voor de Dieren”.  Een situatie die men heel gemakkelijk had kunnen voorzien en ook heel gemakkelijk had kunnen voorkomen. Maar vooruitzien en slagvaardige besluitvorming zijn geen eigenschappen die rondom het Binnenhof voor het opscheppen liggen.

Er was trouwens wel een principiele keuze die men had kunnen nemen en nu nog steeds zou kunnen nemen, maar waar het nu een gepasseerd station voor is: doe alsof de ratificering van het verdrag van Lissabon had plaatsgevonden voorafgaande aan de verkiezing van het Europees Parlement van 4 juni en deel de 26 zetels toe op basis van die uitslag en de toen geldende regels.

Wat we nu gaan krijgen zal een soort onnodige slapstick worden. Want zowel PVV als de Partij voor de Dieren zullen oneens zijn met een voor die partij nadelig besluit. En als men het juridisch zou gaan uitvechten dan zou het nog wel eens tot “vermakelijke” situaties kunnen leiden.  Was volkomen onnodig geweest, maar Den Haag had blijkbaar belangrijkere zaken te behandelen.

U heeft zojuist gelezen: Haagse besluitvaardigheid.

Volg Maurice de Hond op Twitter | Facebook | LinkedIn | YouTube.

Terug naar de homepage

Deel dit artikel: Twitter Facebook Linkedin WhatsApp
REACTIES
Reageer hier, maar met respect.

We verwelkomen respectvolle en relevante opmerkingen. Off-topic commentaren worden verwijderd. Als je illegale dingen doet, zullen we het verbieden.

 
Het electorale krachtenveld over rechts en links - 105345